Jan van Dixhoorn studeerde Geneeskunde aan de Medische Faculteit Rotterdam en de Universiteit van Amsterdam (artsexamen in 1977, promoveerde in 1991). Hij raakte tijdens de studie gegrepen door de mogelijkheden van lichaamsbewustwording en zelfregulatie voor de gezondheid en herstel van ziekte.

Hartpatiënten

Deed in 1974 een pilotstudie in Ziekenhuis St. Joannes de Deo te Haarlem naar het effect van ontspanning middels biofeedback op het herstel van hartinfarctpatiënten. Dit resulteerde in een uitvoerig rapport, waarin oefeninstructies, een model voor zelfregulatie en casuïstiek werden beschreven. Sinds 1977 een parttime dienstverband met Kennemer Gasthuis locatie Deo (voorheen Ziekenhuis St. Joannes de Deo) te Haarlem, als arts voor biofeedback. Verzorgde de ontspanningstherapie in het kader van de psychosociale begeleiding in de hartrevalidatie.

Van 1981 t/m 1988 subsidie van de Nederlandse Hartstichting voor een gerandomiseerd onderzoek naar het effect van adem- en ontspanningstherapie bij hartinfarct patiënten, uitgevoerd onder begeleiding van de vakgroepen Cardiologie (Prof. J Pool) en Medische Psychologie (Prof. Verhage en Dr. HJ Duivenvoorden) van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Promoveerde hierop Cum Laude in 1991. Publiceerde in 1997 de uitkomsten van de vijfjaar follow-up, waarbij een reductie in cardiale gebeurtenissen van 30% bleek te bestaan, als gevolg van adem- en ontspanningstherapie.

Van 1984-1986 parttime dienstverband bij de Nederlandse Hartstichting, onder meer als secretaris van de Revalidatie Commissie. Voerde een registratie uit naar Hartrevalidatie in Nederland. Was betrokken bij het opzetten van een gerandomiseerd onderzoek naar het effect van preoperatieve voorbereiding op hartchirurgie.

Van 1994-1996 betrokken bij het ontwikkelen van de 'Richtlijnen voor Hartrevalidatie' van de Nederlandse Hartstichting en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie, waarin, op grond van zijn onderzoek, ontspanningsinstructie als op zichzelf staande behandelvorm werd opgenomen. Schreef het hoofdstuk over 'ontspanningsinstructie' in deze richtlijnen.

Verzorgde vanaf 1987 driedaagse cursussen in ontspanningsinstructie, georganiseerd door de Nederlandse Hartstichting. Vanaf 1998 werd dit veranderd in een zevendaagse basiscursus.

Is trainer en begeleider van de toepassing van ademtherapie in een multicenter gerandomiseerd onderzoek, o.l.v. Prof A Appels te Maastricht, naar het effect bij PTCA patiënten, vanaf 1995 tot 2001

Voorzitter van de projectgroep 'Herontwerp zorgproces Hartrevalidatie' volgens de BPR methode in het Kennemer Gasthuis te Haarlem, van 1998 - 2000. Begeleid door de landelijke stuurgroep, samengesteld uit ZON (Zorg Onderzoek Nederland) en Ernst & Young. Als gevolg daarvan wordt de eerste behandelfase opgevat als een screeningsfase, bestaande uit inspanningstraining en ontspanningsoefeningen voor alle patienten, waarna op grond van de respons hierop besloten wordt tot al of niet voortzeting. Sinds de invoering hiervan daalde het gemiddeld aantal bijeenkomsten en vergrootte de spreiding van het aantal bijeenkomsten sterk: hartrevalidatie meer op maat.

Ademtherapie

Volgde in 1974 de eerste cursus die de zangpedagoog Bram Balfoort gaf over zijn methode van ademtherapie. Er ontstond een intensieve samenwerking. Ging dit toepassen bij hartpatiënten en mensen met long- en spanningsproblemen. Zij schreven samen het boek 'Ademen wij vanzelf?' en gaven samen de cursus ademtherapie.

Ontwikkelde zijn eigen vorm van ademtherapie en startte vanaf 1984 de éénjarige Leergang Ademtherapie. Hierin stonden adembewustwording en zelfregulatie centraal. Geleidelijk aan ontstond de huidige methode. De instructies werden teruggevoerd tot hun elementen, het inzicht groeide in de rol van het lichaamsgevoel en de wervelkolom voor een functionele ademhaling en de handgrepen kristalliseerden uit, zodat dit alles een geheel werd. Een tweede jaar over de handgrepen werd toegevoegd in 1987 en een derde jaar over het procesmodel van ademtherapie werd in 1991 voor het eerst gegeven. In 1994 verscheen een eerste samenhangende beschrijving van de 'Principes van ontspannen ademen'. Dit werd uitgewerkt in een handboek over 'Ontspanningsinstructie' dat in 1998 verscheen.

Begeleidt de invoering van zijn methode door G. van Holland in Revalidatiecentrum 'Kastanjehof' te Apeldoorn. Superviseert een onderzoek naar het effect ervan bij chronisch pijnpatiënten, sinds 1997.

Hyperventilatieklachten

Deed in de jaren 1983-88 onderzoek naar ademtherapie bij hyperventilatieklachten. het voorkomen van HV-klachten in de eerstelijns fysiotherapie praktijk (met J. Hoefman), het resultaat van een proefbehandeling met ademtherapie (met J. van Sluis) en vergeleek het effect van ademtherapie bij patiënten met en zonder HV-klachten (met J. Hoefman). Superviseerde vanaf 1989-91 de registratie van de invloed van psychosociale factoren op ademtherapie bij HV-klachten (met J. Hoefman en D. Meijer) en een follow-up onderzoek hiervan na drie jaar (met G. van Leeuwen en het Huisartsen Instituut van de Erasmus Universiteit Rotterdam).

Ontwikkelde een vragenlijst naar gedragskenmerken van patiënten met (functionele) ademklachten en paste deze onder meer toe bij stotterpatiënten (met de logopedisten Th van der Peet en E. Versteegh-Vermeij).

Ontwikkelde het begrip 'disfunctioneel ademen' ter vervanging van het omstreden begrip 'Hyperventilatiesyndroom'. In de term HVS worden de klachten alleen gerelateerd aan het hyperventileren (hypocapnie), terwijl dit slechts een onderdeel is van de functionele verstoring van het ademen. Introduceerde dit begrip op de bijeenkomst van de International Society for the Advancement of Respiratory Psychophysiology (ISARP) in 1996. Is voorzitter van de Nederlandse afdeling van de ISARP, sinds 1997.

Is docent aan de cursus 'Hyperventilatie' van het N.P.I. en sinds een aantal jaren cursusleider. Was medeorganisator en dagvoorzitter van het voorjaarscongres "Wat doen we met het hyperventilatiesyndroom?" van het N.P.I. in 1997.

Stressmanagement

Hield van 1979 tot 1983 een poliklinisch spreekuur voor stresspatiënten in St. Joannes de Deo ziekenhuis. Bezocht het eerste internationale congres over Stress Management in 1979, te Londen, van de ISMA (Internationale Stress Management Associatie). De ISMA is gegroeid uit de toepassing van Progressieve Relaxatie van E. Jacobson. Er is een hoofdkwartier in de VS. Werd in 1992 lid van de Board of Directors van de ISMA, en vice-president in 2001. Hij was initiator van de oprichting van ISMA Nederland, met P. Draisma en C. Weyman, en van het organiseren van het Vijfde Internationale Congres van de ISMA in Nederland, april 1995. Lid van de programmacommissie van ISMA-5. Voorzitter van ISMA Nederland.
Medeontwikkelaar namens de ISMA en docent van de postdoctorale Master Course 'Stress management' aan het BeNeLux Universitair Centrum (BUC), sinds 1998.

Docent en medeontwikkelaar van de Universitaire Leergang 'Programma's voor gezonde leefwijze' te Antwerpen en Tilburg, door R. Lafaille, in 1982-4. Docent aan de cursus 'Ontspanning' van het Nederlands Paramedisch Instituut, van 1986 tot op heden.

Overige opleidingen

Volgde de opleiding in Acupunctuur van het Anglo-Dutch College of Acupuncture en is lid van de N.V.A (Nederlandse Vereniging voor Acupunctuur). Studeerde Japanse acupunctuur bij M Kawamoto en organiseerde nascholingscursussen met Kawamoto als gastdocent.

Volgde de opleiding tot Feldenkrais practitioner bij Mia Segal, in Zwitserland, van 1984-1989. Is lid van de Nederlandse Feldenkrais Vereniging.

Volgde de opleiding in CranioSacraal Therapie bij J.E. Upledger in de verenigde Staten, van 1989-1992. Werd gecertificeerd docent in CranioSacraal therapie. Medeoprichter en eerste voorzitter van het Upledger Institute Europe, van 1990-1994.

 

Nationale en Internationale Presentaties

Zijn werk heeft hij gepresenteerd in voordrachten en workshops en op internationale bijeenkomsten en congressen over Hartrevalidatie, Biofeedback, Stress Management, Biobehavioral Self-Regulation and Health, Respiratory Psychophysiology en in publicaties in nationale en internationale vakbladen.